in de Laat-Krijtzee van Noord-Europa: een samenspel van warme zeestromen, verdwenen barrières en gunstige milieufactoren
De auteur schetst het belang van zeestromen en paleogeografie voor de verspreiding van organismen. De aanwezigheid van subtropische of tropische organismen bij de Krijt-fossielen in de regio Luik, Belgisch- en Nederlands-Limburg is reeds lang bekend. Deze aanwezigheid werd zelfs gebruikt om een soort 'broeikas'-klimaat op grote schaal te bewijzen. Latere studies wijzen erop dat stromingspatronen een grotere rol spelen. Dit onderzoek van microscopisch kleine diertjes met skeletjes opgebouwd uit kalk overweegt wat het belangrijkst is: klimaat, zeestromen, tektonische barrières of afzettingsmilieus. De aanwezigheid van subtropische organismen wordt vooral bepaald door zeestromen. Verdere verfijningen rond het al dan niet voorkomen worden bepaald door tektonische barrières en afzettingsmilieus.