Spreuken met "boom" ... en hun betekenis.
Spreuken | Betekenis |
---|---|
Jonge rijzen kan men buigen, maar oude bomen niet. | In de jeugd is de mens meer vatbaar voor vorming dan op gevorderde leeftijd. |
Iemand aan de hoogste boom willen. | Zijn dood of aftreden willen. |
Hoog in de boom zitten. | Bij onderhandelingen veel eisen. |
Bomen groeien niet tot in de hemel. | Waarschuwing tegen al te hoge verwachtingen, te groot optimisme (vooral financieel). |
Boompje groot, plantertje dood. | Iets ondernemen, maar er zelf geen voordelen meer van hebben. |
(Stevig) Aan de boom schudden. | Hard gaan rijden om veel renners uit het peleton te lossen. |
Aan de vruchten kent men de bomen. | Het karakter van de ouders toont zich in hun kinderen. |
Er zijn wel hoger bomen geveld. | Er zijn wel vreemdere dingen gebeurd. |
Met moet geen oude bomen verplanten. | Voor oude mensen is het niet goed om te verhuizen. |
Dooie bomen | Papier, gezegd van voorstanders van digitalisering. |
Een boom opzetten over iets. | Iets uitgebreid bespreken. |
Omdraaien/omslaan als een blad aan een boom. | Plotseling van zienswijze, van gedrag veranderen. |
De appel valt niet ver van de boom. | Kinderen lijken qua karakter op hun ouders. |
Door de bomen het bos niet meer zien. | Het geheel niet meer overzien omdat je te veel let op details. |
Een boom in brand steken. | Tegen een boom wateren. |
De kat uit de boom kijken. | Een afwachtende houding aannemen. |
De boom der kennis | De boom in het Bijbels paradijs waarvan de vrucht voor Adam en Eva was. |
Een boom van een kerel/vent | Een grote, forsgebouwde man |
De boom des levens | Boom in het Bijbels paradijs waarvan de vruchten het eeuwige leven schenken. |
Boompje verwisselen | Kinderpel, tikkertje waarbij de deelnemers van boom tot boom moeten rennen. |
Hoge bomen vangen veel wind. | Personen van aanzien staan aan allerlei kritiek, laster of vervolging bloot. |