Iedereen kent de kerspruim, kroos of myrobalaan (Prunus cerasifera) omdat het boompje in zowat elke oude tuin een plaatsje veroverde en in de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw ook succes had in laanbeplantingen.
Het negen tot tien meter hoge boompje, wordt door de vele roze bloempjes nogal eens verward met de Japanse kerselaar (of Japanse sierkers).
Paars is populair
Prunus cerasifera wordt in West-Europa al eeuwenlang gekweekt. De wilde soort, Prunus divaricata, komt van nature in het Balkangebied en West- en Midden-Azië voor. Die wilde soort verschilt nauwelijks van onze groenbladige “cultuurkerspruim”.
Gek genoeg is de groenbladige kerspruim bij ons nauwelijks bekend. Het is nochtans een mooi fris ogend boompje met weelderige, witte bloesems. Het waren de purperbladige varianten "Nigra" en "Pissardii" die onze tuinen en lanen veroverden.
Prunus cerasifera "Nigra" werd in 1916 voor het eerst in Amerika geselecteerd. De Pissardpruim werd dan weer geselecteerd door de hovenier van de Sjah van Perzië, M. Pissard.
Tekst: Jef Van Meulder
Foto: Shutterstock