Plaatsen
- Albertkanaal
- Diepenbeek
- Limburg
- Maasvallei
- Midden-Limburg
- Platwijers
- Schulensbroek
- Vijvergebied Midden-Limburg
- Vlaanderen
Vele tientallen vogelliefhebbers tellen elk winterhalfjaar de watervogels die, deels uit het hoge noorden afkomstig, op Vlaanderens plassen en rivieren komen overwinteren. Dit artikel geeft een uitgebreid overzicht van de telresultaten in 1987-1988. Voor Limburg onthouden we volgende gegevens. In de Maasvallei overwinterden maximaal een 100-tal Futen, 31 Aalscholvers, 25 Kleine Zwanen, 1160 Tafeleenden, 3 Middelste Zaagbekken en 1250 Meerkoeten. De grindgaten van de Maasvallei waren dat jaar de belangrijkste overwinteringsplaats in Vlaanderen van de Brilduiker (max. 65 ex.). Het vijvergebied van Midden-Limburg viel op door de 17 Knobbelzwanen, 1062 Wintertalingen, de 3112 Wilde Eenden en 116 Kuifeenden op de Platweyers. Midden-Limburg was de tweede belangrijkste overwinteringsplaats van Vlaanderen voor de Krakeend. Het Schulensbroek herbergde maximaal 16 Wilde Zwanen, 36 Smienten en 350 Wintertalingen na de voorjaarsoverstromingen, 1930 Wilde Eenden en 625 Meerkoeten. Op het Albertkanaal te Diepenbeek zag men 1174 Wilde Eenden en de enige Witoogeend van dat jaar in heel Vlaanderen.