De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

De visstand in de Grensmaas: project RWSLOVB 1991-01

Vriese T.
Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij
OVB-onderzoeksrapport. 
1991-21. 119 p.: ill.

Aan de hand van historische bronnen en literatuur is een beeld gevormd van de visstand in de Grensmaas rond de eeuwwisseling. Op basis van deze informatie wordt geconcludeerd dat veranderingen in de visstand reeds voor 1900 hebben plaatsgevonden. Anadrome vissoorten (de volwassenen trekken vanuit zee naar rivieren) als Zalm en Elft waren toen reeds schaars. Na 1840 werd Steur niet meer gesignaleerd in de Belgische Maas. De huidige visstand van de Grensmaas wordt getypeerd door het vrijwel ontbreken van de anadrome vissoorten. Reofiele soorten (die in rivieren leven) als Barbeel, Kopvoorn, Winde, Serpeling en Sneep worden nog steeds aangetroffen, weliswaar in geringere hoeveelheden dan voorheen. Geconcludeerd wordt dat de Grensmaas een groot deel van zijn oorspronkelijk karakter heeft verloren. Knelpunten voor de visstand zijn habitatfactoren (kwantiteit en kwaliteit van paaiplaatsen, gebrek aan diversiteit in het habitat, debiet en stroomsnelheid), waterkwaliteit en belemmeringen voor vismigratie.

Plaatsen

  • Grensmaas
  • Maas