Plaatsen
- Teuvenerberg
- Vlaanderen
- Voeren
Ilse Plessers, Jorg Lambrechts (fauna), Alexandra Mannaert, Jan Gabriëls (avifauna), Ben Van der Wijden (vleermuizen), Goedele Verbeylen (Hazelmuis) en Paul Hendig (cartografie) met medewerking van Eugene Stassen, Marc Janssen, Luc Crèvecoeur & François Vankerkhoven
Arcadis Belgium (voormalig AEOLUS) in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos
Vroentestraat 2b
B-3290 Schaffen
124p.
Teuvenerberg is een voornamelijk naar het westen geëxposeerd hellingsbos van 40 hectaren. In enkele centraal gelegen bestanden wordt al meer dan 30 jaar geen beheer meer gevoerd, een zeldzame situatie in Vlaanderen.
We treffen in het bosreservaat 2 in Vlaanderen zeldzame bostypes aan: het Melico-Fagetum (Parelgras-Beukenbos) en het Luzulo-Fagetum (Parelgras-Beukenbos). De soortensamenstelling in de kruidlaag is bijzonder volledig. Bovendien komen er enkele zeldzame soorten voor, onder andere Purperorchis, Mannetjesorchis, Grote en Witte veldbies, Lievevrouwebedstro, Eénbloemig parelgras, Bosbingelkruid, Gulden boterbloem, Mispel, Muursla, Schaduwkruiskruid, Trosvlier, Wintereik en Winterlinde.
Qua avifauna zijn zeker Havik, Wespendief, Houtsnip, Middelste Bonte Specht, Zwarte Specht, Boompieper Matkop, Fluiter, Vuurgoudhaan, Appelvink, Kruisbek en Sijs te vermelden.
Het Everzwijn is de soort die de meest zichtbare impact heeft op het bos. Natuurpunt vzw inventariseerde de Hazelmuis en kwam tot de conclusie dat Teuvenerberg een topgebied is binnen de laatste resterende Vlaamse populatie.
De Vale vleermuis is zowel in juli als september 2006 aan de noordelijke bosrand van Teuvenerberg (Gieveld) vastgesteld. Regelmatig werd de levendbarende hagedis waargenomen.
Bij de dagvlinders is de waarneming van een Grote vos in mei 2006 bijzonder en de talrijke aanwezigheid van Eikenpage.
De gouden sprinkhaan ('zeldzaam') is talrijk op open plekken in het bos en in de bosrand. De Bosbeekjuffer plant zich voort in de bovenloop van de Gulp, vlakbij het bosreservaat, en gebruikt het bos (de bosrand) als jacht- en rustgebied.
Met het bodemvalonderzoek werden 36 soorten loopkevers genoteerd. Net een derde hiervan (12) zijn Rode-Lijstsoorten, met als meest bijzondere de Kleine poppenrover (Calosoma inquisitor), Bembidion stomoides en de Lederloopkever (Carabus coriaceus). Alle 8 zeldzame soorten zijn echte kensoorten van oude bossen.
Onder de xylobionte (houtbewonende) kevers worden Cicones variegatus en Euryusa castanoptera nieuw voor Vlaanderen gemeld. Rolrond vliegend hert (Sinodendron cylindricum) is zeer zeldzaam in Vlaanderen, maar blijkt in oostelijk Voeren nog goed vertegenwoordigd in de bosreservaten. Hetzelfde geldt voor de 3 soorten glimwormen die hier samen gevonden zijn. Ons onderzoek bracht het voorkomen van 105 spinnensoorten aan het licht. Hiervan zijn er 14 opgenomen in de Vlaamse Rode Lijst met als meest bijzondere Glyphesis cottonae, Dipoena melanogaster en Philodromus praedatus. Volgende 3 soorten zijn voor het eerst in Vlaanderen gemeld: de Eikenbladspin (Aculepeira ceropegia), Troxochrus nasutus en Gonatium hilare.
Er zijn 7 mierensoorten gedetermineerd, maar geen Rode-Lijstsoorten.
We kunnen dus zeker besluiten dat het hier een bosreservaat met een onschatbare ecologische waarde betreft. (Jorg Lambrechts).