Plaatsen
- België
- Hochter Bampd
- Kessenich
- Limburg
- Maasdal
- Maasvallei
- Sint-Pietersberg
Jan Gabriëls
LISEC, Craenevenne 140, B.-3600 Genk
Rapport LISEC, 1996, 25 p.
Medewerkers van de vogelwerkgroep van LIKONA en van de vogelwerkgroep van het Natuurhistorisch Genootschap inventariseerden 80 soorten broedvogels (de meest algemene werden niet geteld) in de Maasvallei van de Sint-Pietersberg tot Kessenich. Er nestelden in het gebied 104 soorten waarvan 62 als bijzonder kunnen bestempeld worden. Bij de water- en moerasvogels vertegenwoordigt de Maasvallei een belangrijk bolwerk voor de Fuut. Het broedgeval van de Kwak is uitzonderlijk niet alleen voor Limburg, maar ook voor België. Er broedden reeds 12 koppels Grauwe ganzen en ook de Nijlgans heeft zich definitief ingeburgerd. Er waren 409 nestholen van de Oeverzwaluw. Ook de Blauwborst is recent begonnen met de kolonisatie van de Maasvallei. De Blauwe Reiger is met 76 broedparen nog steeds in opmars in het Maasdal. De grootste kolonie bevond zich in Hochter Bampd. Bij de bosvogels waren de Wespendief en Havik zeer zeldzaam. Er broedden 9 Sperwers, 9 Buizerds, 15 Torenvalken, 3 Boomvalken, 10 Ransuilen, 2 Bosuilen. De Nachtegaal en Kramsvogel namen sterk in aantal af. Van de Roek werden 252 broedparen opgetekend. Bij de vogels van het agrarisch cultuurland waren er 4 territoria van de Kwartel, 55 van Patrijs, 16 van de Scholekster, 54 van de Geelgors, 22 van de Grauwe Gors. Er waren één territorium van de zeer zeldzame Tureluur, twee van de zeer zeldzame Oeverloper en twee van de Visdief. Dé broedvogel van 1996 was de Aalscholver. Alhoewel reeds lange tijd verwacht, werden dit jaar de eerste twee broedparen vastgesteld. Alleen de nestplaats was onverwacht, met name het hoogste platform van een hoogspanningspyloon. (JS)