Sinds 1990 wordt de ontwikkeling van de vegetatie jaarlijks gevolgd. De extensivering van het beheer leidde tot de sterke toename van struiken en bloemenweiden. Begrazing met een dichtheid van één dier per drie à vier hectaren leidt tot een vegetatie met wilgenbos, eikebos, struwelen. Zomereik blijkt zich bij dit beheer goed te herstellen. Ook de watervegetatie in een oude grindplas blijkt zich goed te ontwikkelen.