In een eerste fase, in 1998, wordt basisapparatuur aangeschaft: om geschikte monsters te maken, te karakteriseren, kwaliteiten van de verpakkingen te bestuderen, mogelijkheden om de omgevingskenmerken te bepalen (dit laatste zowel in labo- als bij reële transporten (mobiele apparatuur). Fase II omvat de aanschaf van meetapparatuur inzake stapelweerstanden (druk en tijd) en de simulatie van trillingen. Fase III in 2000 omvat de uitbreiding van de dienstverlening naar de regio, waarbij men zich complementair opstelt tov het BVI en verpakkingsinstituten in de regio en men zich gaat toeleggen op permeabiliteitsonderzoek en de integrale logistiek van een verpakkingsketen. Behalve de ondersteuning vanuit de HL, wordt een coördinator ingeschakeld, die verantwoordelijk is voor het globale beleid en het verpakkingscentrum zowel promotioneel als wetenschappelijk zal leiden. Eén industrieel ingenieur wordt specifiek voor de installatie en ijking e.d.m. van aan te schaffen apparatuur aangesteld, terwijl een tweede ingenieur specifiek gericht zal zijn op het contractonderzoek.
Thema: innovatie en kenniseconomie
Programma: Doelstelling 2 1997-1999
Startjaar: 1997
Totale projectkosten: € 2.019.418,76
Europese subsidie: € 776.817,59